Hypnose

Achtergrondinformatie Het woord ‘hypnose’ komt uit het Grieks en betekent ‘slaap‘. In de context van hypnotherapie betreft het een kunstmatige opgewekte trance, een toestand van diepe ontspanning. Hypnose is een oude techniek. Zo zijn er aanwijzingen dat de Soemeriërs, een volk dat leefde van ongeveer 3800 tot 2000 jaar v.Chr., al hypnose toepasten zoals wij dat nu ook nog doen. Ook in India, Egypte, Griekenland en Italië zijn bewijzen gevonden dat hypnose werd toegepast. In Griekenland werd het ‘tempelslaap’ genoemd. En ook in het christendom werd, vanaf de zesde eeuw n.Chr., hypnose toegepast: wonderbaarlijke genezingen werden tot stand gebracht door gebeden, wijwater, relikwieën en handoplegging. In de 18de eeuw begint de moderne geschiedenis van hypnose. Er zijn diverse personen die hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van de toepassing van hypnose. Hieronder noem ik een paar van deze mensen en wat zij betekend hebben. Franz Anton Mesmer (1734-1815), een Duitse arts en astroloog, ontdekte wat hij ‘dierlijk magnetisme’ noemde. Hij baseerde daarop zijn leer dat genezende krachten van het ene menselijke organisme rechtstreeks op het andere kunnen overgaan. Een onzichtbare stof zou het medium zijn dat kosmische verschijnselen en het leven op aarde met elkaar verbond. Zijn theorie bleek geen hout te snijden, maar Mesmer is degene geweest die ervoor heeft gezorgd dat hypnose internationaal werd onderzocht. James Esdaile (1808-1859), een Schotse chirurg, paste het mesmerisme toe om op natuurlijke wijze een verdoving tot stand te brengen bij patiënten die een operatie moesten ondergaan. Deze toepassing werd verdrongen na de opkomst van chloroform (ontdekt in 1831). Een Schotse oogarts, James Braid (1795-1860) muntte volgens de literatuur de term ‘hypnose’. Hij zag hypnose als het uitlokken van slaap. Voor Sigmund Freud (1856-1939), Oostenrijkse neuroloog/psychiater en grondlegger van de psychoanalyse, was hypnose betekenisvol voor de ontwikkeling van zijn inzichten. Hij zag hoe patiënten in hypnose werden gebracht. Uit hun gedrag leidde hij af dat de mens naast het ‘normale’ bewustzijn ook nog een ander niveau van bewustzijn moet hebben, dat het menselijk gedrag ongemerkt beïnvloedt. Die conclusie is van grote betekenis geweest voor zijn theorie over psychotherapie. Door zijn inzichten en methoden verminderde de belangstelling voor hypnose enigszins, maar verdween niet. Met name in de oorlogen werd hypnose nog gebruikt bij de behandeling van posttraumatische stress. Tegenwoordig wordt hypnose in tal van situaties toegepast. Bij zowel lichamelijke, psychische als emotionele klachten. Denk bijvoorbeeld aan pijnklachten, en angst en stress. En aan het afleren van ongewenst gedrag, of het aanleren van gewenst gedrag. Hypnotherapie draait om de werking van de menselijke geest. De menselijk geest kent drie bewustzijnstoestanden: het bewustzijn, het onderbewuste en het onbewuste. Ze hebben elk een eigen taak. In het bewustzijn gaat het om het gebruiken van ons verstand, om het analytisch en logisch denken. Het onderbewustzijn geeft onze persoonlijkheid weer. Hoe we ons gedragen, onze gewoonten en geloof zijn daar opgeslagen. Ook zijn daarin emoties ondergebracht. Het diepste niveau is het onbewuste, dat diverse (autonome) lichaamsfuncties aanstuurt. Het onbewuste heeft slechts begrensde leermogelijkheden. Elk bewustzijnsniveau heeft zijn eigen bescherming. Tussen het bewustzijn en onderbewustzijn ligt als speciale bescherming de zogenaamde kritische factor. Inkomende informatie wordt in het bewustzijn ontvangen en geanalyseerd. Als het resultaat logisch (rationeel) wordt bevonden, wordt de informatie doorgegeven aan de kritische factor. Deze vergelijkt de informatie met wat er in het onderbewustzijn is opgeslagen. Als dat overeenkomt, wordt de informatie doorgegeven aan het onderbewustzijn. Zo niet: dan wordt de informatie afgewezen. De kritische factor kan daarmee het doorvoeren van (gewenste) gedragsveranderingen in de weg staan. Maar door iemand in hypnose te brengen, wordt het makkelijker om deze kritische factor te omzeilen. Dan kan nl. direct contact worden gemaakt met het onderbewustzijn. Dat schept de mogelijkheid om suggesties te doen, die, als ze voor betrokkene acceptabel zijn, direct in het onderbewustzijn worden opgenomen. Suggesties zijn in dit verband: doelgerichte interventies, gericht op het bewerkstelligen van een gedragsverandering (denk aan stoppen met roken). De behandeling Het is erg belangrijk om goed te weten met welk doel een hypnosebehandeling wordt toegepast. Ik stel u daarom voorafgaand aan de sessie aan de hand van een intakeformulier een aantal vragen. Die kunnen helpen om uw hulpvraag zo concreet mogelijk te maken. Aan de hand van uw antwoorden kan ik een sessie goed voorbereiden. Een sessie bestaat in grote lijnen uit een paar stappen. Ik begin ermee dat ik u in een staat van diepe ontspanning breng. Dan volgt het zogenaamde veranderwerk, waarin ik suggesties geef die tot de door u gewenste gedragsverandering leiden. Tot slot hef ik de hypnose op, en breng ik u uit uw trance. Tijdens de behandeling zit u, of ligt u. Net wat comfortabel is. De behandeling duurt, inclusief voor- en nabespreking, zo’n 60-90 minuten.
10 hypnose 01
10 hypnose 02
Janice Hinlopen Voetreflexologie & Reiki
10 Hypnose 03 10 Hypnose 05 10 Hypnose 04 10 Hypnose 06

Hypnose

Achtergrondinformatie Het woord ‘hypnose’ komt uit het Grieks en betekent ‘slaap‘. In de context van hypnotherapie betreft het een kunstmatige opgewekte trance, een toestand van diepe ontspanning. Hypnose is een oude techniek. Zo zijn er aanwijzingen dat de Soemeriërs, een volk dat leefde van ongeveer 3800 tot 2000 jaar v.Chr., al hypnose toepasten zoals wij dat nu ook nog doen. Ook in India, Egypte, Griekenland en Italië zijn bewijzen gevonden dat hypnose werd toegepast. In Griekenland werd het ‘tempelslaap’ genoemd. En ook in het christendom werd, vanaf de zesde eeuw n.Chr., hypnose toegepast: wonderbaarlijke genezingen werden tot stand gebracht door gebeden, wijwater, relikwieën en handoplegging. In de 18de eeuw begint de moderne geschiedenis van hypnose. Er zijn diverse personen die hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van de toepassing van hypnose. Hieronder noem ik een paar van deze mensen en wat zij betekend hebben. Franz Anton Mesmer (1734-1815), een Duitse arts en astroloog, ontdekte wat hij ‘dierlijk magnetisme’ noemde. Hij baseerde daarop zijn leer dat genezende krachten van het ene menselijke organisme rechtstreeks op het andere kunnen overgaan. Een onzichtbare stof zou het medium zijn dat kosmische verschijnselen en het leven op aarde met elkaar verbond. Zijn theorie bleek geen hout te snijden, maar Mesmer is degene geweest die ervoor heeft gezorgd dat hypnose internationaal werd onderzocht. James Esdaile (1808-1859), een Schotse chirurg, paste het mesmerisme toe om op natuurlijke wijze een verdoving tot stand te brengen bij patiënten die een operatie moesten ondergaan. Deze toepassing werd verdrongen na de opkomst van chloroform (ontdekt in 1831). Een Schotse oogarts, James Braid (1795-1860) muntte volgens de literatuur de term ‘hypnose’. Hij zag hypnose als het uitlokken van slaap. Voor Sigmund Freud (1856-1939), Oostenrijkse neuroloog/psychiater en grondlegger van de psychoanalyse, was hypnose betekenisvol voor de ontwikkeling van zijn inzichten. Hij zag hoe patiënten in hypnose werden gebracht. Uit hun gedrag leidde hij af dat de mens naast het ‘normale’ bewustzijn ook nog een ander niveau van bewustzijn moet hebben, dat het menselijk gedrag ongemerkt beïnvloedt. Die conclusie is van grote betekenis geweest voor zijn theorie over psychotherapie. Door zijn inzichten en methoden verminderde de belangstelling voor hypnose enigszins, maar verdween niet. Met name in de oorlogen werd hypnose nog gebruikt bij de behandeling van posttraumatische stress. Tegenwoordig wordt hypnose in tal van situaties toegepast. Bij zowel lichamelijke, psychische als emotionele klachten. Denk bijvoorbeeld aan pijnklachten, en angst en stress. En aan het afleren van ongewenst gedrag, of het aanleren van gewenst gedrag. Hypnotherapie draait om de werking van de menselijke geest. De menselijk geest kent drie bewustzijnstoestanden: het bewustzijn, het onderbewuste en het onbewuste. Ze hebben elk een eigen taak. In het bewustzijn gaat het om het gebruiken van ons verstand, om het analytisch en logisch denken. Het onderbewustzijn geeft onze persoonlijkheid weer. Hoe we ons gedragen, onze gewoonten en geloof zijn daar opgeslagen. Ook zijn daarin emoties ondergebracht. Het diepste niveau is het onbewuste, dat diverse (autonome) lichaamsfuncties aanstuurt. Het onbewuste heeft slechts begrensde leermogelijkheden. Elk bewustzijnsniveau heeft zijn eigen bescherming. Tussen het bewustzijn en onderbewustzijn ligt als speciale bescherming de zogenaamde kritische factor. Inkomende informatie wordt in het bewustzijn ontvangen en geanalyseerd. Als het resultaat logisch (rationeel) wordt bevonden, wordt de informatie doorgegeven aan de kritische factor. Deze vergelijkt de informatie met wat er in het onderbewustzijn is opgeslagen. Als dat overeenkomt, wordt de informatie doorgegeven aan het onderbewustzijn. Zo niet: dan wordt de informatie afgewezen. De kritische factor kan daarmee het doorvoeren van (gewenste) gedragsveranderingen in de weg staan. Maar door iemand in hypnose te brengen, wordt het makkelijker om deze kritische factor te omzeilen. Dan kan nl. direct contact worden gemaakt met het onderbewustzijn. Dat schept de mogelijkheid om suggesties te doen, die, als ze voor betrokkene acceptabel zijn, direct in het onderbewustzijn worden opgenomen. Suggesties zijn in dit verband: doelgerichte interventies, gericht op het bewerkstelligen van een gedragsverandering (denk aan stoppen met roken). De behandeling Het is erg belangrijk om goed te weten met welk doel een hypnosebehandeling wordt toegepast. Ik stel u daarom voorafgaand aan de sessie aan de hand van een intakeformulier een aantal vragen. Die kunnen helpen om uw hulpvraag zo concreet mogelijk te maken. Aan de hand van uw antwoorden kan ik een sessie goed voorbereiden. Een sessie bestaat in grote lijnen uit een paar stappen. Ik begin ermee dat ik u in een staat van diepe ontspanning breng. Dan volgt het zogenaamde veranderwerk, waarin ik suggesties geef die tot de door u gewenste gedragsverandering leiden. Tot slot hef ik de hypnose op, en breng ik u uit uw trance. Tijdens de behandeling zit u, of ligt u. Net wat comfortabel is. De behandeling duurt, inclusief voor- en nabespreking, zo’n 60-90 minuten.
Janice Hinlopen Voetreflexologie & Reiki
Janice Hinlopen Voetreflexologie & Reiki